Summary - A Legal Exploration of Force Application in Outer Space.

Military use of outer space has been part and parcel of national security strategies ever since the space age began, 50 years ago. Recent developments in technology and military doctrine have shown an increased interest by States in the deployment of force application devices in space. Undoubtedly, military activity in space will only increase in wars to come. Thus, an assessment thereof under international law seems pertinent.
Contrary to common belief, the arms control provisions of the 1967 Outer Space Treaty reserve only celestial bodies to be used for ‘peaceful purposes’, thereby demilitarising them completely. Conversely, the Treaty does not limit military activities in the space between celestial bodies, the outer void space, except for the prohibition of weapons of mass destruction and the application of general international law, including the UN Charter.
Yet, force application by space weaponry challenges the regime governing the use of force in international relations, the jus ad bellum, as spelled out in the Charter on a conceptual and substantive level. Firstly, the concept of ‘force’ needs to be revisited. Secondly, the differentiated regimes of outer void space and celestial bodies have significant impact on the lawful exercise of the right of self-defence, including the deployment of spatial missile defence shields.
Lastly, a possible jus in bello spatiale, a law of armed conflict in outer space, is examined. The analysis focuses on the application of the general principles and the environmental protection regime existing under the current regulation of means and methods of warfare. Additionally, targeting issues under the law of armed conflict are evaluated in view of the characteristics of space assets.
It is concluded that existing rules are profoundly tested, but should, nevertheless, be applied in the space medium in accordance with the fundamental principles underlying them.

Résumé - Etude juridique de l’application de la force dans l’espace extra-atmosphérique.

La militarisation de l’espace extra-atmosphérique fait partie intégrante des stratégies sécuritaires nationales depuis le début de l’exploration spatiale, il y a 50 ans. Les dernières évolutions intervenues dans le domaine de la technologie et de la doctrine militaire démontrent un intérêt accru des Etats pour l’utilisation d’armes spatiales. Il va sans dire que les activités militaires dans l’espace ne feront que s’accroître pendant les guerres futures. Il est par conséquent indispensable de procéder à une évaluation de l’usage de la force dans l’espace en vertu du droit international.
Contrairement à ce qui est généralement admis, les dispositions en matière de maîtrise des armements du Traité de 1967 sur l’espace extra-atmosphérique stipulent que seuls les corps célestes seront exclusivement utilisés à des « fins pacifiques » et qu’ils doivent par conséquent être complètement démilitarisés. Par contre, le Traité n’impose aucune limitation aux activités militaires dans l’espace existant entre les corps célestes, à savoir le vide interstellaire, hormis l’interdiction des armes de destruction massive et l’application du droit international, y compris la Charte des Nations Unies.
Toutefois, l’application de la force par le recours aux armes spatiales met en question les instruments juridiques régissant l’usage de la force dans les relations internationales, le jus ad bellum, prévu par la Charte des Nations Unies sur le plan conceptuel et du contenu. Premièrement, il convient de revoir le concept ‘force’. Deuxièmement, les différents instruments juridiques concernant l’espace extra-atmosphérique et les corps célestes ont un impact significatif sur l’exercice légal du droit de la légitime défense, y compris le déploiement de boucliers de défense anti-missiles dans l’espace.
Enfin, un jus in bello spatiale possible, un droit des conflits armés dans l’espace extra-atmosphérique fait également l’objet d’une étude. L’analyse porte sur l’application des principes généraux et des techniques de protection de l’environnement stipulés dans les nouveaux moyens et méthodes de guerre. D’autre part, la question des objectifs dans le cadre du droit des conflits armés est évaluée à la lumière des caractéristiques des moyens spatiaux.
L’auteur conclut en disant que les règles actuelles de droit international sont fortement mises à l’épreuve mais qu’elles devraient néanmoins être appliquées dans l’espace en conformité avec les principes de base sous-jacents.

Samenvatting - Een Juridische Verkenning van Geweldstoepassing in de Ruimte.

Het gebruik van de ruimte voor militaire doeleinden maakt deel uit van het veiligheidsbeleid van ruimtevarende Staten sinds het begin van het ruimtetijdperk, dat zo een 50 jaar geleden begon. De almaar toenemende belangstelling voor het gebruik van ruimtewapens kan mede verklaard worden door de recente ontwikkelingen in ruimtetechnologieën en militaire doctrines. Militaire activiteiten in de ruimte zullen zonder twijfel alleen maar toenemen in de komende oorlogen. Het is daarom noodzakelijk om het gebruik van geweld in de ruimte te toetsen aan het internationale recht.
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, behouden de wapenbeperkende bepalingen uit het Ruimteverdrag van 1967 alleen het gebruik van ruimtelichamen voor vredelievende doeleinden voor en deze dienen daarom gedemilitariseerd te zijn. Daarentegen stelt het Ruimteverdrag geen andere grenzen aan militaire activiteiten in de ruimte tussen de hemellichamen, de zogenaamde loze ruimte, dan het verbod op massavernietigingswapens en de toepassing van het internationale recht, waaronder het Handvest van de Verenigde Naties.
Niettemin beproeft het gebruik van geweld het huidige regime dat het gebruik van geweld beheerst, het jus ad bellum, zoals vastgelegd in het Handvest op zowel conceptueel als inhoudelijk niveau. Allereerst behoeft het concept ‘geweld’ een extensievere interpretatie. Ten tweede hebben de verschillende regimes betreffende de loze ruimte en de hemellichamen in belangrijke mate invloed op de rechtmatige uitoefening van het recht op zelfverdediging, inclusief het gebruik van ruimteschilden.
In de laatste plaats wordt een raamwerk voor een humanitair ruimteoorlogsrecht besproken. Hierbij wordt gekeken naar de toepassing van algemene beginselen van het humanitair oorlogsrecht betreffende de middelen en methoden van oorlogvoeren zoals die gevonden kunnen worden in de bepalingen voor de bescherming van het milieu het aanvallen van doelen.
De conclusie die getrokken wordt, is dat de huidige internationaalrechtelijke bepalingen sterk op de proef worden gesteld, maar dat deze niettemin toegepast kunnen en moeten worden met inachtneming van de aan hen onderliggende beginselen.

Zusammenfassung - Eine rechtliche Erforschung der Gewaltanwendung im Weltraum.

Die militärische Nutzung des Weltraums ist ein wesentlicher Bestandteil von den nationalen Sicherheitsstrategien seit dem Anfang der Weltraumära, etwa 50 Jahren her. Die neuesten Entwicklungen in den Weltraumtechnologien und militärischen Doktrinen beweisen das ständig wachsende Interesse der Staaten an der Nutzung von Weltraumwaffen. Militärische Aktivitäten im Weltraum werden zweifelsohne in künftigen Kriegen nur noch zunehmen. Es ist denn auch erforderlich die Gewaltanwendung im Weltraum am internationalen Recht zu prüfen.
Im Gegensatz zu dem, was man allgemein glaubt, bestimmen die Anordnungen zur Rüstungskontrolle aus dem Weltraumvertrag von 1967, dass die Himmelskörper ausschließlich zu friedlichen Zwecken genutzt werden und dass sie deswegen völlig entmilitarisiert werden müssen. Der Weltraumvertrag dagegen, grenzt die militärischen Aktivitäten im Weltraum zwischen den Himmelskörpern, in der sogenannten interstellaren Leere, nicht ein, abgesehen vom Verbot von Massenvernichtungswaffen und von der Handhabung des internationalen Rechts, worunter die Charta der Vereinten Nationen.
Dennoch stellt die Gewaltanwendung mittels Weltraumwaffen das Regime, das die Gewaltanwendung in internationalen Beziehungen regelt, das jus ad bellum, wie in der Charta sowohl auf konzeptuellem als auf inhaltlichem Niveau festgelegt wird, zur Diskussion. Zuallererst braucht das Konzept „Gewalt“ eine Revision. An zweiter Stelle haben die unterschiedlichen Regimes bezüglich der interstellaren Leere und der Himmelskörper in wesentlichem Maße Einfluss auf die Ausübung des Selbstverteidigungsrechts, einschließlich der Anwendung von Weltraumschilden.
Zuletzt untersucht man den Rahmen für ein Kriegsvölkerrecht im Weltraum, das jus in bello spatiale. Die Analyse konzentriert sich auf die Anwendung der allgemeinen Grundsätze und Naturschutztechniken, die in der heutigen Regelung der Mittel und der Methoden der Kriegsführung bestimmt werden. Auf der anderen Seite evaluiert man die angestrebten Ziele im Rahmen des Kriegvölkerrechts im Licht der Charakteristiken der Weltraumwaffen.
Der Autor folgert, dass die heutigen internationalrechtlichen Anordnungen auf eine harte Probe gestellt werden, aber dass sie trotzdem unter Berücksichtigung der zugrunde liegende Regeln gehandhabt werden sollten.

Riassunto - Analisi sull’uso della forza nello spazio extra-atmosferico.

La militarizzazione dello spazio extra-atmosferico fa parte integrante delle strategie di sicurezza nazionale fin dall’inizio dell’esplorazione spaziale, iniziata 50 anni or sono. Gli ultimi sviluppi della tecnologia e della dottrina militare rivelano un crescente interesse degli Stati per l’utilizzo di armi spaziali. Di conseguenza, è probabile che le attività militari nello spazio non faranno che aumentare nel corso delle guerre future, e ciò rende indispensabile stabilire una disciplina giuridica dell’uso della forza nello spazio.
Contrariamente a ciò che si crede, le disposizioni in materia di controllo degli armamenti, contenute nel Trattato del 1967 sullo spazio extra-atmosferico, affermano che i corpi celesti possano essere utilizzati esclusivamente a “fini pacifici”, e che i medesimi debbano essere quindi completamente smilitarizzati. Di contro, il Trattato non impone alcuna limitazione alle attività militari nello spazio intercorrente tra i corpi celesti (il vuoto interstellare), fatti salvi il divieto di uso di armi di distruzione di massa e l’applicazione delle norme di diritto internazionale esistenti, compresa la Carta delle Nazioni Unite.
Ad ogni buon conto, il ricorso alle armi spaziali mette forte in dubbio l’efficacia degli strumenti giuridici che disciplinano l’uso della forza nelle relazioni internazionali (lo jus ad bellum, come previsto dalla Carta delle Nazioni Unite), sia sul piano concettuale che contenutistico. Da un lato, difatti, occorrerebbe rivedere il concetto di “forza” nel diritto internazionale; dall’altro, si dovrebbe comunque considerare che i diversi strumenti giuridici che disciplinano lo spazio extra-atmosferico ed i corpi celesti hanno un impatto significativo sull’esercizio del diritto di legittima difesa, compreso lo spiegamento di schermi di difesa antimissile nello spazio.
Da ultimo, nello studio viene esaminata la possibilità di uno jus in bello spatiale, ossia un diritto dei conflitti armati nello spazio extra-atmosferico. L’analisi s’incentra sull’applicazione dei principi generali e delle norme di tutela dell’ambiente oggi esistenti nell’ambito della disciplina dei mezzi e metodi di guerra. Inoltre, vengono considerate talune questioni riguardanti gli obiettivi militari legittimi, alla luce delle caratteristiche dei mezzi spaziali eventualmente impiegati.
Nelle conclusioni, l’autore afferma che, nonostante l’efficacia delle norme di diritto internazionale esistenti siano fortemente messe alla prova dalla specificità dell’ambiente spaziale, tuttavia le medesime regole dovrebbero comunque trovare applicazione nello spazio, in conformità ai i principi di base del diritto dei conflitti armati.

Resumen - Estudio jurídico de la utilización de la fuerza en el espacio ultraterrestre.

La utilización militar del espacio ultraterrestre siempre ha sido parte integrante de las estrategias de seguridad nacional desde el principio de la era espacial, hace 50 años. Los recientes desarrollos de la tecnología y de la doctrina militar revelan el interés creciente por parte de los estados en el despliegue de armas espaciales. No cabe duda que las actividades militares en el espacio seguirán aumentando durante guerras futuras. Por lo tanto, se necesita una evaluación de la utilización de la fuerza desde el punto de vista del derecho internacional.
En contra de lo que se suele creer, en materia de control del armamento, el Tratado sobre el espacio ultraterrestre de 1967 (Tratado sobre los principios que deben regir las actividades de los Estados en la exploración y utilización del espacio ultraterrestre, incluso la Luna y otros cuerpos celestes) proclama el principio de utilización de la luna y demás cuerpos celestes con fines exclusivamente pacíficos, y por tanto impone su completa desmilitarización. En cambio, el Tratado no limita las actividades militares en el espacio entre los cuerpos celestes, el espacio vacío interestelar, sino prohíbe de colocar armas de destrucción masiva e impone la aplicación general del derecho internacional, incluso la Carta de las Naciones unidas.
Sin embargo, el recurso a los armamentos especiales pone en tela de juicio los instrumentos jurídicos que rigen el uso de la fuerza en las relaciones internacionales, el jus ad bellum, como especificado en la Carta de las Naciones Unidas a un nivel conceptual y substancial. En primer lugar el concepto de ‘fuerza’ necesita una revisión. En secundo lugar, los diferentes instrumentos jurídicos que regulan el espacio ultraterrestre y los cuerpos celestiales tienen un impacto significativo en el ejercicio legal del derecho al auto-defensa, incluso el despliegue de escudos espaciales de defensa contra misiles.
Por último, se examina la posibilidad de establecer un jus in bello spatiale, derecho de conflictos armados en el espacio ultraterrestre. El autor analiza la aplicación de los principios generales y las técnicas de protección del medio ambiente establecidos por las reglas que rigen los nuevos medios o métodos de guerra. Además la cuestión de los objetivos está analizada a la luz de las características de los medios espaciales.
El autor concluye que las reglas actuales del derecho internacional se ponen a dura prueba, sin embargo se debería aplicar dichas reglas en el espacio de conformidad con sus principios fundamentales subyacentes.